Het is u vast niet ontgaan, de Pokémon Go-rage. Overal verzamelen jongeren zich op straat om naar hun mobiel te staren. Ook voor de ingang van het Castellum schijnt het goed jagen te zijn op deze virtuele wezens. Maar wanneer u daar door de tuinen wandelt, zou het zomaar kunnen dat u, midden in een moestuin, nog zo’n vreemd figuur aantreft. Met in de ene hand een schoffel, in de andere een telefoon. Tja, dat ben ik dan.
Schrik niet, ik jaag niet dwars door alle tuinen op Pokémon-poppetjes. Nee, hier is sprake van serieus tuinieren. Al vanaf het begin van mijn moestuinavontuur is het mobieltje namelijk een onmisbaar stuk gereedschap gebleken. Want eenmaal met je voeten in de klei stuit je op allerlei vragen die je nooit van tevoren bedacht had; Is dit onkruid, of een opkomende spriet prei? Op welke afstand van elkaar moet ik spinazie zaaien? En stokbonen, mogen die eigenlijk veel water, of juist niet? Dan is het handig om gelijk het antwoord op te kunnen zoeken op één van de vele sites over tuinieren.
En trouwens, bij ons in de tuin zijn geen virtuele monstertjes te vinden, maar het echte werk! Wij strijden dapper tegen rupsen met mandjes over onze kool, proberen halsbandparkieten weg te jagen bij de mais en spannen netten over onze gekoesterde aardbeienplantjes. Helaas verliezen wij de strijd nogal eens. We can’t catch ‘em all, blijkbaar. Dus als u me daar ziet staan, turend op mijn mobiel, dan probeer ik waarschijnlijk uit te dokteren hoe ik een echte Pokémon kan verslaan.