1. Je derde boek is onlangs verschenen! Beschrijf dat gevoel eens?
Het is geweldig en nog steeds eng tegelijkertijd. Iets waar je zolang aan gewerkt hebt en wat tot voorkort alleen in mijn hoofd bestond, is nu te lezen door iedereen. Het is een droom die uitkomt. Als klein meisje waren schrijvers voor mij als popsterren, magisch en onbereikbaar en nu mag ik mezelf gewoon auteur noemen. Maar het is ook zo spannend, vlak voor iedere releasedatum heb ik flink last van zenuwen. Het Feelgoodgenre kan je smaak niet zijn, maar wat nou als niemand het leuk vindt, wat als ik door de mand val, wat als… Gelukkig ontvang ik veel mooie en positieve berichtjes. Dat is wel een euforisch gevoel, hoor.
2.Waar haalde je de inspiratie voor je boeken vandaan?
Het klinkt cliché, maar dat kan overal vandaan komen. Het begint met een geheim is ontstaan doordat ik plots vol op mijn rem moest trappen omdat er een spelend kind tussen twee auto’s door de straat oprende. Nog natrillend van schrik kon ik alleen maar denken: Eén seconde later en het was misgegaan. Dan had ik dat kind onder mijn auto gehad. Het zal je toch gebeuren. En hoe moet je dat ooit goedmaken? Die vraag liet me niet meer los. En toen gingen de radertjes draaien. Een ongeluk zit in een klein hoekje, het kan iedereen overkomen, maar wat als je het dan zó graag goed wilt maken dat je jezelf alleen nog maar verder in de problemen brengt?
3. Je werkt als communicatieadviseur, staat geregeld in de moestuin en hebt ook een gezin en huishouden. Waar haal je de tijd vandaan?
Zie je die wallen onder mijn ogen? Gewoon nooit meer slapen. Ha, nee, ik vraag het mezelf ook wel eens af. Ik heb nu twee dagen in de week voor het schrijven. En zo nu en dan ga ik op een schrijfretraite of ga ik een weekend alleen in een huisje zitten. Een klein beetje egoïstisch moet je wel zijn, om de boel de boel te laten en weg te duiken in een wereld die alleen in je hoofd bestaat. Maar als ik dat niet doe, dan komt een boek nooit af.
4. Je schrijft het liefst feelgood met een maatschappelijk thema. Maar er zit ook veel humor en vaart in. Laat dat zich wel combineren?
Juist wel! Er is geen mens die in het leven niet in een moeilijke situatie komt. Iedereen kent gevoelens van eenzaamheid, schuldgevoel of maakt verlies mee in het leven. De kunst is hoe daarmee om te gaan. Humor kan helpen in moeilijke tijden, het werkt als een ventiel en helpt relativeren, om ons door dingen heen te helpen. Om dan te lezen over een hoofdpersoon die zich gedurende het verhaal weet te ontwikkelen, in bizarre situaties terecht komt en die het hoofd weet te bieden, dat is toch heerlijk? Natuurlijk blijft de toon van het verhaal vrolijk. En ontmoet ze ook de liefde van haar leven, maar dat is niet waar het alleen maar om draait.
5. Wat was de eerste feelgoodroman die jij ooit las?
O, ik weet nog precies wanneer ik mijn allereerste feelgoodroman óóit gelezen heb. Ik was net bevallen van mijn dochter en de hormonen gierden nog door mijn lijf. Van mijn man kreeg ik Shopaholic van Sophie Kinsella cadeau. Het was het beste cadeau ever. Zo’n luchtig en vlot geschreven verhaal, met een hoofdpersoon waarmee ik me kon identificeren en tegelijkertijd kon denken; zó erg is het bij mij in ieder geval gelukkig niet. Hoewel, ik vind mezelf geregeld een enorme stuntel. Gelukkig kan ik mezelf ook smakelijk uitlachen als ik me weer eens druk maak om iets onnozels of er iets oenigs uitflap. En door dat boek wist ik wel gelijk, zo wil ik ook kunnen schrijven.
6. Wie zijn jouw favoriete schrijvers?
O, er zijn zoveel geweldige schrijvers! Ik lees van alles, niet alleen feelgood, ook thrillers en fantasy. Sophia Kinsella is de koningin van het grappig schrijven, Colleen Hoover durft over ieder thema te schrijven, bij haar boeken moet ik altijd een pak zakdoeken erbij hebben. En van Nederlandse bodem zijn Lisette Jonkman, Tamara Haagmans, Karin Quint en Marijke Vos geweldig. O, ze is geen schrijver, maar wel briljant: Brigitte Kaandorp. Zij kan als geen ander al dat gedoe in het leven op een grappige manier relativeren. Vroeger kon ik al haar shows woord voor woord meezeggen.
7. Bijna 1 miljoen Nederlanders dromen van het schrijven van een boek. Jij hebt het gedaan. Welke tips kun jij geven?
Niet wachten op het juiste moment of op inspiratie. Gewoon op je kont gaan zitten en beginnen. Het hoeft ook niet in één keer perfect. Dat moet ik tenminste geregeld tegen mezelf zeggen. En als de urgentie om te schrijven tot in je vezels zit, dan komt dat boek er. Er is niemand die zegt dat ik móét schrijven, ik doe het mezelf aan. Gelukkig vind ik het nog leuk om te doen ook. En nog een laatste tip; schrijf al je invallen op, je gaat ze echt niet onthouden en ze poppen altijd op wanneer het niet uitkomt. Hoe vaak ik niet net onder de douche sta, met de hond aan het wandelen ben of midden in de nacht dat briljante idee krijg. Die zijn de volgende ochtend echt weer verdwenen. Dus nu ligt mijn mobiel standaard naast mijn nachtkastje en staat vol met krabbels en steekwoorden.
8. Heb je wel eens meegedaan aan een schrijfwedstrijd?
Ja zeker. Ik heb meegedaan aan diverse wedstrijden. Het mooie van meedoen aan een schrijfwedstrijd is dat het vaak om een kort verhaal gaat. Het dwingt je om “to-the-point” te moeten schrijven. Ik stuurde mijn verhaal De eerste keer in voor het literaire Vuurdoop-festival, ter ere van de opening van het Martin Bril Paviljoen in Utrecht en won. Dat smaakte naar meer! Ik begon aan mijn eerste boek, maar toen kwam de Romcomnibus-wedstrijd voorbij, schoof ik die weer aan de kant en schreef Op rolletjes. Van de 109 inzendingen eindigde ik bij de laatste vijf en kreeg mijn verhaal een plek in de Romcomnibus.
9. Je hebt zes jaar gedaan over je eerste boek. Wat kunnen we nog meer van je verwachten komende tijd?
Zes jaar, lang he? Maar in die jaren heb ik tijdens het ploeteren ook veel over het schrijven zelf geleerd. Het is net als vioolspelen, dat doe je ook niet zomaar even. En ik blijf leren! Nieuwe verhalen staan ondertussen alweer te popelen om uitgewerkt te worden, misschien wel wordt het dit keer wel een serie…