Danielle van Helden

‘Dus je stopt ze gewoon in de grond?’ Gelukkig ben ik niet de enige moestuinbeginner en staan er meer mensen verbaasd te kijken naar de kist vol oude aardappelen. Eindelijk was het zover, de eerste moestuinles. Samen met twee vriendinnen ben ik de trotse huurder van 20m2 grond bij Steede Hoge Woerd. Met vijf doorgeschoten aardappelen en tien verdorde sjalotjes staan we even later twijfelend bij onze tuin. En nu? Wat is de beste plek om ze te planten? En zetten we ze wel ver genoeg uit elkaar? Ik stop oude piepers in de grond, maar het voelt alsof ik een kostbare schat aan het begraven ben.
De sjalotjes moeten, netjes in twee rijtjes, met hun kopjes net boven de aarde uit piepen. Ondertussen wacht aan de rand van het terrein een groep kraaien geduldig tot wij weer weggaan, hopend dat ik zo’n sukkel ben die zijn uitjes te losjes in de grond gestopt heeft. Maar ik weet wel beter. Toch? Wanneer ik de volgende dag mijn man en kind meesleep om trots de tuin te laten zien, ben ik maar wat opgelucht dat alle sjalotjes er nog staan.

De dagen erna zijn die maffe bolletjes verrassend vaak in mijn gedachten. ’s Nachts word ik wakker van een enorme regenbui en hoop maar dat de uitjes niet verzuipen. In de supermarkt blijf ik stilstaan op de groenteafdeling, verwonderd over de enorme hoeveelheid groenten die er eigenlijk voor het pakken ligt. En enigszins bezwaard gooi ik die avond een bord vol etensresten in de kliko. Voor het eerst in mijn leven besef ik pas echt dat er ergens een boer of tuinder wekenlang voor al die kostbare plantjes gezorgd heeft. En nu ga ik zelf een heel seizoen vol zweet, spierpijn en zere knieën tegemoet. Alles voor een handjevol aardappelen, uien en ander spul. En het is nog ontspannend ook. Hoewel, zojuist zag ik een groep kraaien vliegen en ja hoor; gelijk zijn mijn gedachten bij de moestuin. Nagelbijtend sta ik voor het raam. Zal ik anders nog even…? Snel spring ik op de fiets. Toch nog één keer de uitjes tellen.